Daar ben ik weer. Terug van weggeweest. Terug uit het dal, het dal van de inzichten. Het was een prachtige vakantie. Ik heb gevonden wat ik zocht: de reden van mijn mini-depressie van afgelopen 6 weken.
Overspoeld door onbestemde gevoelens, die me herinnerde aan het gevoel dat ik had toen ik vorig jaar een visum voor Canada binnenkreeg: Ik was blij, en toch ook niet. Wilde ik wel gaan? Nee. Ik wilde helemaal niet weg. In ieder geval niet naar Canada, voor een heel jaar, in de kou, alleen. Maar de plannen klonken zo stoer.
Afgelopen weken voelde ik mezelf wegglijden, elke dag een beetje meer. Het voelde als strandzand dat je in je handen hebt en met geen mogelijkheid vast kunt houden. Het sijpelt weg tussen je vingers door, korreltje voor korreltje. Ik wist dat er iets mis was, maar kon er geen vinger opleggen. De beste verklaring die ik kon geven, eentje die het dichtst bij mijn gevoel in de buurt kwam: iets in mij probeert te overleven. Ego? Leg dat maar eens uit. Weer verdwaald. Weer verloren. Pikdonker. Gestopt met mediteren. Gelukkig wel blijven sporten. Eenzame opsluiting. Die dingen horen er allemaal bij. Wat te doen? Vechten? Dan vecht je tegen jezelf. Aandacht geven? Iets dat aandacht krijgt, groeit. Omarmen en hallo zeggen? Ik wilde eigenlijk gewoon een beetje erkenning en aandacht.
Die herinnering aan dat onbestemde gevoel zette me aan het denken, want er liggen weer reisplannen op stapel. Wil ik in januari wel op reis? Het uitspreken van het terugtrekken van plannen doet pijn. Toegeven dat je niet wilt gaan, klinkt voor mij als falen, aangezien reisplannen de enige plannen zijn die ik kan maken. Alle andere plannen die ik maak, mislukken. Behalve reisplannen. Reizen en ik zijn inmiddels zo met elkaar vergroeid dat het normaal is om aan mij te vragen waar mijn volgende reis naar toe gaat. En aangezien ik verder niets zinnigs te doen heb ik mijn leven, gooi ik het telkens maar op reizen. Lekker wegvluchten. Weg van plannen maken, weg van het inrichten van mijn leven, weg van de nutteloosheid.
Zo kwam ik op de ontdekking van de eeuw. Vanmorgen. Ik wil wel mooie plannen maken om te reizen, stoer doen over verre bestemmingen, 3 maanden weg, of misschien een half jaar, maar eigenlijk wil ik helemaal geen plannen maken. En ik weet eigenlijk helemaal niet of ik in januari wel wil gaan. Heel dat reisgedoe en die plannen zijn een eigen leven gaan leiden, een facade. Dat opgeven, te zeggen dat je niet gaat, voelt voor mij als toegeven dat ik inderdaad niets zinnigs in het vooruitzicht heb. Het voelt nutteloos. Niets om over te vertellen. Geen plannen om interessant over te doen. Dat maakt me verdrietig. Dat verdriet is dubbel: het idee dat er niets overblijft en me een loos en naakt gevoel geeft, alsof ik nergens bij hoor.
Maar vooral de ontdekking dat reizen blijkbaar voor een groot deel identiteit aan mijn ego geeft. Reizen en vrijheid. Identificatie valt weg en m'n ego mist houvast.
Iets in mij probeerde te overleven, maar is gesneuveld. R.I.P. reis-identificatie, sorry ego. 1-0 voor Irene.
Op naar de herfst: het seizoen van oogsten en plukken van successen. De plannen laat ik nog even achterwege. We zien wel. Dan weet je dat.
Het gaat niet om de weg die je inslaat, maar om het spoor dat je nalaat..
BeantwoordenVerwijderenDan weet je dat.
Meiske, dat klinkt wel heel donker en grijs... Nog grijzer dan deze zomer..:-/
BeantwoordenVerwijderenis het vaak ook niet zo dat de mooiste dingen die je meemaakt/overkomen vaak niet gepland zijn?
Rustig aan hé, in de herfst wordt er niet alleen geoogst maar zie je ook gratis en voor niets de mooiste kleuren!
Dikke kus voor jou!
het was ook minstens zo grijs als de zomer, dus dat heb je goed. Nu voel ik me wat dat aangaat wel beter, alleen herhaalt het fenomeen "ik kan niet plannen en weet niet hoe ik mijn leven in moet richten" zich weer.... 't een maakt plaats voor het ander. Wacht maar tot ik het gehele patroon door heb ;)
BeantwoordenVerwijderenoh... en ik ben zeer zeker heel blij met de herfst ja!! :D
BeantwoordenVerwijderen